Speelbord:

De koningsburcht

Uitgever: The Game Master
Jaartal: 2008
Aantal spelers: 2-4
Aangegeven spelduur: 60 min
Aangegeven leeftijd: vanaf 10 jaar
Spelauteur: Inka en Markus Brand
FORUM-beoordeling: 7,1 / 10 (13 spelers)
Internet-beoordeling: 7,6 / 10 (8 websites)
Bezoekers-beoordeling: nog niet van toepassing
Globale beoordeling: 73 %
Te koop bij Adriaensen Speciaalzaak Gezelschapsspellen:
€ 36,30 (winkelprijs) € 33,70 (jaarledenprijs)
Spelregels:
Spelmateriaal: beperkt taalafhankelijk (namelijk: overzichtskaarten + relatief veel tekst op de 6 kaartjes in de variant "Winter")
Im Schutze der Burg (Eggertspiele)
A Castle for all Seasons (Rio Grande Games)

Een koning heeft grootse plannen: het oprichten van een burcht in het hooggebergte. De eerste ruwe omtrekken van de burcht zijn al tot stand gekomen. Handelaars en bodes stromen toe, metsers, steenhouwers, arbeiders en bouwmeesters hopen een centje bij te verdienen bij het bouwen van stadspoorten, uitkijkposten, een paleis en andere gebouwen.
Iedere speler is in dit spel een bouwheer die de supervisie heeft over voormelde karakters.
Bij het begin van het spel wordt gekozen op welke zijde van het speelbord gespeeld wordt: het zomerbord of het winterbord (als variant).
In de "winter"-variant komt in elk van de gemarkeerde rondes één winterkaart in het spel, als het ware een gebeurtenis die plaatsvindt (waardoor het spel een tikkeltje minder voorspelbaar wordt).
Bij aanvang van het spel ontvangt iedere speler een zandberg, een houtbalk en 3 goudstukken, een kaartenset van 8 karakters (1x handelaar, 1x bode, 1x bouwmeester, 1x metser, 1x steenhouwer en 3x arbeider), 6 werkersfiguren, een overzichtskaart en een puntenmarker (op 0 te plaatsen op het overwinningspoor rondom het speelbord).
Het spelverloop kan als volgt worden samengevat:
elke ronde kiezen alle spelers tegelijkertijd één karakterkaart uit hun kaartenset: wanneer iedereen één kaart gekozen heeft, worden deze kaarten alle omgedraaid. De gekozen kaarten worden in een vastliggende volgorde afgehandeld (zoals weergegeven op de overzichtskaart): eerst de bode, dan de handelaar, dan de metser ("metselaar" genoemd), de steenhouwer, de arbeider en ten slotte de bouwmeester.
Het aantal kaarten uit een kaartenset waaruit gekozen kan worden, worden vanzelfsprekend elke ronde steeds kleiner in aantal. Enkel indien een speler de bouwmeester speelt, mag hij al zijn karakterkaarten weer op handen nemen voor de volgende ronde.
Vooraleer de karakters worden uitgevoerd, worden voor alle gekozen arbeiders de aangeduide bouwmaterialen op de betrokken arbeiderskaart geplaatst.
Bij de "winter"-variant wordt in bepaalde rondes - vooraleer de karakters zijn omgedraaid - een winterkaart getrokken en voorgelezen.
De karakters die vervolgens worden uitgevoerd, hebben de onderstaande gevolgen:
1) Een bode ontvangt 8 goudstukken uit de goudvoorraad.
2) Een handelaar houdt zich bezig met de handel in bouwmaterialen (een werkersfiguur wordt zodoende bij één van de betrokken ossenkarren geplaatst). Wanneer bij alle bouwmaterialen een figuur van een speler staat, mag ook een werkersfiguur bij de zilverkoerier worden geplaatst. Elke ronde dat een handelsfiguur geplaatst wordt (die desgevallend een figuur heeft verjaagd die werd geplaatst in één van de vorige rondes), ontvangen de betrokken speler alsook alle andere spelers met handelaarsfiguren, die soort handelsgoederen waarnaast zij staan. Eén ontvangen eenheid wordt afgestaan aan de Wachttoren. Deze handel (ontvangst + afgifte) wordt maar eenmaal per ronde toegepast, ongeacht het aantal spelers dat een handelaarskaart heeft uitgespeeld.
3) Een metser kiest één soort bouwmateriaal dat zich in de Wachttoren bevindt, waarvan hij alle aanwezige exemplaren ontvangt. Vervolgens mag hij max. 2 gebouwen oprichten mits hij over de vereiste bouwmaterialen beschikt en in dat geval ook max. 2 figuren inzetten bij gebouwen. De oprichting van gebouwen levert goudstukken op a rato van het aantal gebruikte bouwmaterialen. Het inzetten van figuren levert overwinningspunten op aan het einde van het spel.
4) Een steenhouwer kan bouwmaterialen van andere spelers kopen aan één goudstuk per bouwmateriaal: uiteraard enkel de bouwmaterialen die werden gelegd op de arbeiderskaarten van andere spelers en max. 1 van iedere andere speler die een arbeiderskaart uitspeelde. Vervolgens mag hij - net als de metser - gebouwen oprichten en werklieden (figuren) inzetten. Het oprichten van gebouwen levert (in tegenstelling tot de metser) geen goudstukken op, maar wel onmiddellijk overwinningspunten. Het inzetten van figuren levert overwinningspunten op aan het einde van het spel.
5) Een arbeider ontvangt de bouwmaterialen zoals afgebeeld op zijn uitgespeelde kaart (verminderd met de materialen die werden gekocht door één of meer steenhouwers). Nadien mag hij, zoals de vorige twee karakters, eveneens gebouwen oprichten, doch hij ontvangt slechts de helft van de overwinningspunten die op de bouwtekening zijn afgebeeld (terwijl de steenhouwer bv. het volledig aantal overwinningspunten ontvangt).
6) Een bouwmeester tenslotte wordt gebruikt om alle reeds uitgespeelde kaarten weer op handen te nemen (en kan dus slechts worden gebruikt mits in de vorige ronde(s) reeds kaarten werden uitgespeeld). Hij bouwt zelf niet, maar ontvangt overwinningspunten voor ieder gebouw dat door een andere speler is opgericht in deze ronde, namelijk 5 punten per opgericht gebouw !
Voor het oprichten van gebouwen (zie de beschreven karakters 3, 4 en 5) moeten bouwmaterialen worden afgegeven overeenkomstig de aangegeven waarde op de bouwtekening op het speelbord. Er moeten in elk geval steeds min. 3 verschillende bouwmaterialen worden gebruikt. Elk bouwmateriaal vertegenwoordigt hierbij een waarde zoals aangegeven op de overzichtskaartjes: 1 voor een zandberg, 2 voor een houtblak, 4 voor een leemplaat en 5 voor een steenblok. Een zilverstaaf kan in de smidse voor een willekeurig bouwmateriaal worden omgeruild.
Zo verloopt elke ronde identiek, waarbij de positie van startspeler telkens doorgeschoven wordt. Het spel is afgelopen na 12 rondes (bij 2 of 4 spelers), respectievelijk 15 rondes (bij 3 spelers).
Op het einde van het spel worden nog overwinningspunten toegekend voor de figuren op het speelbord, conform de waarderingsfactoren van het betrokken gebouw.
Aan het einde van het spel wordt ieders bijdrage aan de opbouw van de Koningsburcht gewaardeerd. Degene met de meeste overwinningspunten heeft de gunst van de koning verdiend en het spel gewonnen.

De Koningsburcht is een strategisch bordspel dat vaak als "werkverschaffingspel" omschreven wordt.
Het spel oogt mooi, doch in dit genre van bordspellen hebben reeds betere spellen het daglicht gezien.
Een minpunt aan het spel lijkt bovendien dat het uitspelen van een bouwmeester onevenredig veel overwinningspunten oplevert. Blijkbaar wordt parasiteren hier gepromoot ;-)
Soit, kort samengevat kom ik tot één conclusie: een leuke middenmoter!
Overig spelmateriaal:
© Sven Talboom - 03.04.2010